De clichés van rouw, waar of niet waar
We maken het allemaal mee in ons leven, rouw. Die wirwar aan gedachten, emoties en gevoelens en soms onbegrijpelijk, maar toch ook weer normaal gedrag. Vroeg of laat komt iedereen in aanraking met zo’n groot verlies. Hóe iedereen daar mee om gaat is voor iedereen anders.
Dus ook al is rouw heel universeel, rouw is ook heel uniek en eigen.
Dooddoeners van rouw
Wie heeft er niet wel eens zo’n opmerking gehoord waar je echt totaal niks mee kan? Die clichés ofwel dooddoeners die je diep kunnen kwetsen. Waarvan je niet begrijpt dat ze gezegd kunnen worden.
Je omgeving vertelt je dat tijd alle wonden heelt of vragen of je het al een beetje verwerkt hebt. Zeggen dat je nog jong bent en een hele toekomst voor je hebt. Dat je gelukkig nog de kinderen hebt om voor te zorgen of dat het voor je ouders véél erger is omdat zij een kind verliezen. Of deze, het eerste pannenkoekje mislukt altijd.
Moeilijk te verduren
Mensen bedoelen het over het algemeen goed. Ze willen helpen. Het is menselijk dat we het verdriet van een ander maar moeilijk kunnen verduren. Dat we hen zo snel mogelijk willen troosten en van de tranen af willen helpen. En dat velen eigenlijk niet goed weten wat te zeggen of wat te doen.
Iedereen doet dat dan maar op zijn eigen manier. Probeert zo te helpen. Door een ander gangpad in de winkel te kiezen om het niet nog ongemakkelijker te maken. Of te vragen of je het al een plekje heb gegeven om te troosten. Ze vertellen dat het beter zal gaan als je er minstens 4 seizoenen over heen hebt laten gaan om perspectief te bieden. En adviseren je om gewoon keihard je aandacht op je werk te richten voor wat afleiding omdat dat bij hén zo werkte.
Clichés zijn waar én onwaar
Sommige mensen komen aan de deur met een pannetje soep die blij ontvangen wordt, want dan hoef je niet te koken. Een ander gooit liever de deur dicht. Even niet praten, niet het verhaal weer moeten vertellen, even rust.
De een is geholpen met het ‘Je mag me altijd bellen’, want die hoort erin dat diegene er voor haar is. De ander steigert omdat die in zijn rauwe rouw zich helemaal niet in staat voelt om te bellen.
Het ‘Heb je het al een plekje gegeven?’ doet bij de één de haren overeind zetten, de ander voelt inderdaad zijn dierbare op een plekje in zijn hart.
En het is natuurlijk waar dat tijd wonden heelt. De tijd maakt de rouw zachter. De scherpe pijn gaat ervan af. De rouw is echter niet weg. Er blijft altijd een litteken achter. Het is dan ook meer de vraag wat je in die tijd doet om je rouw te ‘verwerken’.
Bedank vriendelijk en kies zelf wat bij jou past
Die ‘hulp’ kan dus heel verkeerd vallen bij jou. Omdat jij jouw eigen unieke manier hebt om je verdriet te verduren en om te gaan met jouw verlies.
Al deze clichés komen voort uit de behoefte van mensen om te helpen. Om je te troosten, je te steunen, de pijn te verlichten, je verder te helpen. Iedereen doet dat op een eigen manier. Zoals ieder mens ook op z’n eigen manier rouwt. Alleen door te vertellen waar jij wel behoefte aan hebt kan iemand jou tot steun zijn. En door te vragen waarmee je de ander kan helpen kan jij tot steun te zijn.
Clichés kunnen ontzettend kwetsend zijn. Je kan hier ontzettend boos om worden. Beter, maar zeker niet makkelijker, is het om je schouders op te halen. Om te bedanken voor de steun en tips. En eruit te halen dat wat voor jou werkt. Die steun en tips die jou gaan helpen. En leg vooral al die andere naast je neer.
Laat dus niemand je vertellen dat het wel mee valt met jouw rouw. En eigenlijk ook niet hóe je dan moet rouwen.
Welke clichés heb jij zoal gehoord? Wil je ze hieronder delen in een reactie?
Lees ook: Rouwverwerking of Eerste hulp bij rouwen